Onze weg naar een compostering
Een compostering opstarten in België is niet simpel. Je moet als bedrijf aan een heleboel regels voldoen op vlak van dierenwelzijn en milieu. Hieronder vind je meer informatie.
In de jaren 90 ontstond het eerste Mest Actie Plan (MAP). Hierin staan maatregelen die Vlaanderen wil nemen om de Europese kwaliteitsdoelstellingen voor het oppervlakte- en grondwater te behalen. De Vlaamse Land Maatschappij (VLM) houdt toezicht op deze regelgeving. Ze ziet erop toe dat alle producenten van dieren zich aan de regels houden van het zesde en meest recente MAP.
In MAP6 staan de regels over de overproductie van dierlijke mest. MAP zegt bijvoorbeeld dat een landbouwer 1 000 eenheden stikstof moet verwerken. Stel dat er 10 eenheden stikstof in 1 ton mest zitten (de eenheden verschillen per soort dierlijke mest), dan moet die landbouwer 100 ton mest verwerken om aan die 1 000 eenheden te komen.
​
De eenheden die verwerkt moeten worden, verschillen per bedrijf. Wij moeten met ons bedrijf tussen de 3 000 en 4 000 ton mest verwerken. Daarom hebben we beslist om in 1999 actief te zoeken naar een eigen systeem om de grote hoeveelheid mest te verwerken.
Ongeveer 4 à 5 jaar later bezochten we in verschillende Europese landen zowel vloeibare als vaste mestverwerkingssystemen. Uiteindelijk hebben we beslist om een tunnelmestverwerkingssysteem op te starten.
Het tunnelmestverwerkingssysteem heeft geen extra energiebron, zoals gas, nodig. De enige energiekost die we hebben, is de aandrijving van de composteermachine. In vergelijking met andere systemen is onze werkwijze dus 10 keer minder milieuvervuilend.